vrijdag 24 juni 2016

WOL-doortrapperstocht en records.

Op 19 juni werd een WOL-doortrapperstocht in Eeklo gereden. Omdat het de laatste weken vrij druk is geweest (ligfietstreffen, velomobieltreffen, roeifietstreffen, doortrapperstocht in Tielt, tochtjes tussendoor en ook nog gaan werken) en tocht beloofde alweer een + 100 km tocht te zijn (de 11de dit jaar) ging ik de tocht met de Orca rijden. Maar dat was buiten het gevoel en de weersvoorspelling van de laatste dagen voor de tocht gerekend. Op vrijdagavond (de tocht was op zondag) begon het plots te kriebelen om de tocht te roetsen.

Foto Fujin.

We waren met 8 en deze keer waren we niet allemaal in een velomobiel gestapt. Naast 3 Quests en 1 Strada waren er 2 roetsen (een 209 en een 222) een Seiran en een Challenge trike present. In Gent vertrokken ik met de roets en Jan met de Seiran. Wouter uit Aalst vond met de Quest bij ons aansluiting en we vertrokken als een speer. Ik reed op kop met een kruissnelheid van om en bij de 30 km/u. Ik heb het al langer ondervonden, de snelheid met de roets ligt duidelijk hoger dan met de Grasshopper en Flite. Wellicht ligt dat vooral aan de bouw van de fiets. In Eeklo stond iedereen reeds te wachten behalve de organisator, deze kwam even later netjes op tijd aangeroetst (waarom zou je tevroeg komen).

Foto Fujin.

Ondanks de snelle start ging bij mij de vaart er niet direct uit. Pas toen ik 72 km ver was kreeg ik na de stop de eerste tekenen dat de meeste energie reeds op het asfalt en beton lag. Op zich niet zo erg, 72 geroetste kilometers is al niet slecht. Pas op 90 km kreeg ik de eerste echte klop, wat alweer 9 km boven mijn vorig record (81 km) was. En dat laatste record was gereden in een zeer matige snelheid (eerst 21 en later 18 km/u kruis) met een groep gewone fietsers.

Wouter, jan en ik nemen afscheid en rijden terug naar Gent
Foto Fujin.

Toen we afscheid namen van de rest (we zijn niet helemaal terug tot in Eeklo gereden) en terug naar Gent reden ging het eerst nog redelijk (22-25 km/u) maar toen we Gent binnenkwamen (met 105 km geroetst) ging Wouter alleen verder en bij mij ging het alsmaar trager, trager, trager en nog trager. Zo erg zelfs dat ik op het laatst niet eens een sprintje meer kon trekken. Ik kwam thuis met 116 km, wat een record is dat ik niet zo heel snel ga breken, omdat ik 2 uur na thuiskomen nog zat te bekomen van de inspanning. Maar bij deze weet ik ook dat ik geen schrik moet hebben om een tocht van rond de 100 km met de roets te maken. Wat het mogelijk maakt om bvb de Gentse buitenband ook te roetsen.

Ik reed ook met een hartslagmeter en merkte dat bij het roetsen aan een snelheid van om en bij de 30km/u de hartslag veel hoger ligt (tot 166 slagen per minuut) dan bij de zelfde snelheid met de Orca (120-140 slagen per minuut).

De helm met de camera's was ook van de partij. Ik was eens benieuwd hoe de opnames eruit zien, vooral omdat het hoofd op een roets niet zo heel stil ligt. Maar dat blijkt veel beter mee te vallen dan ik dacht.

1 opmerking:

  1. Ik rijd met een brilspiegeltje en merk dan inderdaad ook dat ik mijn hoofd veel stiller houd, dan je eigenlijk zou verwachten van iemand die aan het roeien is.

    BeantwoordenVerwijderen